Inhoud
- Grondstoffen(voedsel, hout, leem, steen, goud)
- Tegels met hutten(grondstoffen inruilen voor een kaart met punten)
- Beschavingskaarten(voor het aantal grondstoffen waar de kaart bij ligt kun je de kaart kopen)
- 10 stamleden per speler, voor elke speler een kleur
- Gereedschapsfiches
- 7 dobbelstenen
- 8 markeerstenen in 4 kleuren
- speelbord
- 4 borden voor spelers
2-4 spelers
60-90 minuten
Vanaf 10 jaar
Foto 1: het spel, met doos en verschillende elementen.
Dit spel duurt wat langer, en is wat ingewikkelder, maar het is wel goed gestroomlijnd. Dit is een basale uitleg, er komt wel iets meer bij kijken, en je kunt dit spel het beste een keer spelen. Je speelt in de Steentijd, en je verzamelt punten door tegels met hutten te kopen, die punten waard zijn, en je kan beschavingskaarten kopen die later verrekend worden. De punten van de tegels met hutten zijn meteen te verrekenen, omdat ze zijn gebaseerd op welke grondstoffen, en hoeveel van die grondstoffen, je ervoor betaald. Niet alle tegels hebben namelijk een vast aantal punten, al zijn er genoeg tegels met een vast aantal punten voor een vaste prijs van grondstoffen. Voor de tegels met een vraagteken links bovenin is dus geen vast puntenaantal. De punten die je scoort bij de aankoop van een tegel worden meteen verrekend op het scorespoor, dat rond het bord loopt.
De beschavingskaarten stellen allemaal verschillende soorten vormen van beschaving voor. De punten die je later krijgt zijn gebaseerd op hoeveel je hebt van een bepaald iets(zie foto 2 voor meer uitleg over een berekening). Omdat het gebaseerd is op bijvoorbeeld het totale aantal voedsel op het voedselspoor, kan dit pas op het einde berekend worden.
Verder kun je op het einde ook punten krijgen voor de grondstoffen die je over hebt, behalve voedsel.
Foto 2: Beschavingskaarten. De linkerkaart kost 3 grondstoffen(willekeurig), en je krijgt 2 willekeurige grondstoffen. Er staat ook een symbool onder. Van alle beschavingskaarten die je krijgt met aan de onderkant een symbool, krijg je voor elke kaart met een eigen symbool een bepaald aantal punten.
De rechterkaart kost 2 grondstoffen, en levert 2x het aantal tegels met hutten in je bezit. Vervolgens gooi je na het kopen van de kaart met dobbelstenen(1 dobbelsteen voor elke speler die meedoet), en kies je op basis daarvan een grondstof of een andere beloning(5 is een gereedschap, 1 is een hout).
Foto 3: grondstoffen. Je kunt van de 5 stamleden die je in het begin kunt plaatsen enkele bij eenzelfde grondstof neerzetten. Dit geldt voor alle grondstoffen. Bij de grondstoffen kunne maximaal 7 stamleden van willekeurige kleuren geplaatst worden.
Als het spel begint start je zonder grondstoffen, afgezien van de 12 voedsel waar iedere speler mee begint. Met grondstoffen koop je kaarten(behalve met voedsel, dat kun je alleen gebruiken om stamleden mee te voeden), maar hoe krijg je grondstoffen? Dat doe je door stamleden bij een grondstof te plaatsen. Je kunt aan het begin van de ronde om beurten stamleden plaatsen, en het aantal stamleden bij een grondstof is gelijk aan het aantal dobbelstenen die je kunt gebruiken bij het gooien(zie foto 3). In dit geval is voedsel onderdeel van de grondstoffen, en kun je daar onbeperkt stamleden plaatsen. Bij de andere grondstoffen kunnen er maar maximaal 7 stamleden staan van alle spelers bij elkaar. Voor elke grondstof staat er op je eigen bord op hoeveel je nodig hebt per grondstof. Voor hout moet je 3 gooien, maar voor goud moet je 6 gooien. Met meerdere dobbelstenen gooien is dus lucratiever.
Heb je net een oog minder gegooid met de dobbelstenen dan gehoopt, omdat je met een oog meer een grondstof extra zou krijgen, dan kun je alleen met een gereedschap compenseren. Op je speelbord staan links bovenin 3 vakjes. Hierin passen de gereedschappen. Dit zijn de fiches die je kunt verdienen door 1 stamlid bij de gereedschappen te plaatsen(foto 4). Er kan per ronde maar door 1 speler 1 fiche worden verdiend. Bij het gebruik van een gereedschap draai je het fiche een slag, zodat iedereen ziet dat je voor die ronde een gereedschap hebt gebruikt. Je kunt namelijk voor meerdere resources je gereedschap gebruiken.
Foto 4: gereedschap. Voor elke keer dat je hier een stamlid neerzet, krijg je een fiche met een 1, en zodra je bord vol is met fiches van 1, draai je er eentje om naar 2. Als alle fiches naar 2 zijn gedraaid, ruil je er eentje om voor een 3 van het bord.
Foto 5: het graanveld(1 stamlid) om op het voedselspoor 1 stap verder te gaan, en 1 voedsel minder te betalen per beurt, en de hut(2 stamleden maken 1 extra stamlid voor de volgende beurt.)
Het graanveld heeft ook 1 vakje voor een stamlid. Als je hierop een stamlid zet, krijg je op het voedselspoor een extra punt. Het voedselspoor geeft aan hoeveel voedsel korting je krijgt op het einde van de ronde, als iedereen 1 voedsel moet betalen voor elk stamlid op zijn eigen bord, gebruikt of niet. Het voedsel kun je verdienen, en voor elke 2 ogen die je gooit krijg je 1 voedsel. Je kunt meer stamleden creëren door 2 stamleden bij een hut op de grote kaart te zetten(tussen graan en gereedschap), waardoor je met 1 stamlid meer kunt spelen. Net zoals bij gereedschap en het voedselspoor geldt dit voor de rest van het spel(foto 5).
Het is een boeiend spel, en goed gestroomlijnd. Je kan elkaar flink in de weg zitten, en er zijn veel manieren om punten te scoren. Het "worker placement" element(zet ergens een werker neer, waardoor je bepaalde acties kunt uitvoeren) is ook een mooi spelelement. De balans tussen strategie en geluk is vrij goed, omdat je met meerdere dobbelstenen hogere ogen gooit in totaal, en je met gereedschap eventueel kan compenseren. De puntentelling kan wel wat ingewikkeld zijn, en is soms niet logisch.
Reactie plaatsen
Reacties